ALTIJD INFERIEUR AAN MORGEN....

Dagelijks ben ik bezig met groei en ontwikkeling. Die van mezelf en van anderen.

Bij groei denk ik aan inzet en inspanning.  Aan hard werken. Uitrusten doe ik daarna wel, als ik ... als ik klaar ben.

Leren. Vinden. Stretchen. Ontdekken. Bereiken.

Werkwoorden die ik koppel aan ambitieus zijn. Ik denk aan leergierigheid en jezelf ontwikkelen. Goede werkwoorden dus. En niet voor niets werk-woorden: je moet ermee aan de slag! Ik heb geleerd, dat ik hier heel veel van mijn tijd in mag -nee moet- steken. Dan komt het goed met mij. Dan ben ik op de goede weg.  

Maar wat bedoelen coaches dan als ze zeggen: “om te groeien moet je jezelf omarmen”. Is dat werken? Jezelf omarmen… Dat voelt ergens alsof je dan genoegen neemt met een mindere versie van jezelf. Voelt als stilstaan. Alsof je zegt: “Geeft niet joh, als het niet lukt, neem jezelf zoals je bent”… Dat klinkt als een excuus. Als weglopen voor de verantwoordelijkheid om maximaal te groeien. Jezelf omarmen vind ik dan ook meer een doe-maar-kalm-aan-woord, geen werk-woord. En daar win je geen beker mee! Toch…?

Effect van werk-woorden

Waarom zeggen coaches dat dan?? Laat ik mijn werkwijze eens eerlijk onder de loep nemen en een paar van die “goede” werkwoorden op me in laten werken.  

Vinden

Ik ben gek op het vinden van een oplossing, het kraken van een puzzel. Dan zet ik mijn capaciteiten maximaal in en kom steeds een stap verder.

Maar het werk-woord roept bij mij ook wel de gedachte op, dat er maar 1 juist antwoord is. Zoiets als de pot met goud achter de regenboog. Dus als ik iets vind, twijfel ik vaak. Heb ik nou de schat te pakken of is dit een troostprijs? Geen beker, maar een medaille voor meedoen…?

Bereiken

Iets bereiken geeft me echt een kick. Ik ben iets/ ergens wat ik daarvoor niet was! Alles wat ik daarvoor was, voelt ineens inferieur aan mijn nieuw bereikte status.

Alleen voel ik me hierdoor dus de hele tijd inferieur. Ik weet nu, dat er een dag komt, dat ik op mezelf terug zal kijken en mezelf zoals ik nu ben als inferieur zal beschouwen. Ik blijf zo steeds inferieur aan alles wat ik nog niet bereikt heb. Dus moet ik altijd verder, als een soort Rupsje-nooit-genoeg, altijd inferieur aan morgen…

Ontdekken

Ontdekken is ook al zo’n rush. Het gevoel van een verre reis maken, maar dan in jezelf.

Het werk-woord geeft me alleen ook de boodschap dat ik nu dus be-dekt ben. O, da’s niet goed… Snel, op zoek naar wat ik bedek en waarmee en hoe ik dat er allemaal af krijg?  En trouwens, wanneer is de boel echt helemaal afgepeld eigenlijk..?

Is groeien een werk-woord?

Zoeken naar die kick van groei maakt me onrustig en gehaast, ik lijk wel een junk!

Ik lijd ook aan een soort tunnelvisie: alles is gericht op mijn “beker”, mijn optimale groeicurve. Ik stel mezelf doelstellingen, formuleer mijn aandachtspunten, vraag anderen om feedback. Maar bestaat er eigenlijk wel zoiets als een optimale groeicurve als ik me gedraag als een junk? Is groeien wel een werk-woord?

Okay, ik ben dus verslaafd aan het werken aan groei. Dat maakt me gefocust en gedreven. Maar ik zie nu ook dat ik te vaak door schiet en me als een junk gedraag. Hoe kom ik daaruit? Komt daar dan dat omarmen om de hoek kijken? Nee, ik wil niet vertragen en accepteren! Ik ben simpelweg (nog?) niet in staat om er zomaar wat bij te gaan zitten. Maar een junk wil ik niet zijn. Wat nu?

Lachen is ook een kick

Wat ik wel kan, is de humor ervan inzien. Ik lach graag. Geeft me ook geen gevoel van stilstaan. Meer van genieten. En dat “mag” ik wel. Hard werken betekent ook hard pret maken!

Dus lach ik zoveel mogelijk terwijl ik werk. Ik lach terwijl ik sta te bedenken wat ik van mijn gevonden schat vind. Ik lach om mijn rupsje-nooit-genoeg. Ik lach om het afpellen van al die lagen en alle vreselijke vragen die dat oproept. Lachen geeft ook een kick.

En die lach-kick maakt me iets minder afhankelijk van de groei-kick. Dat helpt ook.

 

 

Marloes van Esseveld | 8 juni 2014